Voorbeelden van het gebruik van Kanjer in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Wat wil jij, kanjer?
Vertel kanjer, wie is die gemeenschappelijke vriendin dan?
En daar is de kanjer.
Je geeft alles op wat je bent, kanjer.
Maar die robijn van u is een kanjer.
Hoe staan we ervoor, kanjer?
We hebben problemen, kanjer.
Mijn zoon is een kanjer.
We hebben hier een kanjer.
Je bent een kanjer, Gracey.
Ik weet het, kanjer.
Oké, je bent een kanjer.
Wat een kanjer!
Andrea is een kanjer.
U bent een kanjer.
Hoe is het, kanjer?
Leo is een kanjer.
Kun je dit aan mama geven, kanjer?
Oké, we gaan even een dutje doen, kanjer.
Tot de volgende keer, oké, kanjer?