GUAPO - vertaling in Nederlands

• knap
• mooi
• leuk
• guapo
• schattig
• de knappe
• handsome
• prachtig
• goed
• knappe
• kanjer
• preppie

Voorbeelden van het gebruik van Guapo in het Spaans en hun vertalingen in het Nederlands

Si eres tú guapo, trae el culo hasta aquí.
Ben jij dat kanjer? Kom als de sodemieter hier.

Así que, dime, Guapo, tu mamá no debe estar muy contenta.
Zeg eens, Handsome. Je moeder is vast niet blij.

Es guapo, exótico y rico,
Hij is prachtig, exotisch en rijk

Lo guapo que te ves aquí, en el océano.
Hoe goed je eruitziet hier op zee.

Eres guapo, pero no sé.
Je bent schattig, maar ik weet het niet.

Pero supongo que El Guapo vendrá en uno o dos días.
Maar voor zover ik 't begrijp, komt El Guapo over een dag of twee.

Es tan guapo y tan inteligente.
Hij is zo leuk en slim.

El Guapo Bob, todas las viejas caras.
Handsome Bob, alle oude gezichten bij elkaar.

Lucas es peligroso, guapo y además… un hombre lobo.
Lucas is gevaarlijk, prachtig… en een weerwolf.

¿Es igual de guapo que el padre?
Is hij net zo goed als zijn vader?

Él era muy guapo, pero se comportaba como si no lo supiera.
Hij was super schattig, maar hij gedroeg zich zoals iemand die dat niet wist.

Para otros, la falta de educación puede ser su El Guapo.
Voor anderen is misschien een gebrek aan scholing hun El Guapo.

Bienvenido a mi fiesta, guapo.
Welkom op m'n feestje, kanjer.

Sensible y guapo.
Gevoelig en leuk.

¿Tú qué crees, guapo?
Wat denk je, preppie?

El material de este guapo Spring Jeans es mezclilla y jeans;
Het materiaal van deze Handsome Spring-jeans is denim en jeans;

Que guapo eres cuando finges estar durmiendo.
Weet je, je bent schattig als je net doet alsof je slaapt.

no tan guapo.
niet… zo goed.

¡Pero Melvin, eres guapo!
Melvin, je bent prachtig.

No me explico cómo alguien tan guapo puede ser tan inseguro.
Dat wil je niet weten. Ik snap niet dat zo'n kanjer zo onzeker kan zijn.