Voorbeelden van het gebruik van Luthers in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Hij heeft de tenen van een lijk gezaagd zodat Luthers schoenen pasten.
Ik ben Luthers opgevoed.
We hangen ze over Luthers bukshout.
Gelooft u?- Ik ben Luthers opgevoed.
De afluisterdienst. Nog geen nieuws over Luthers mobiel.
Nog geen nieuws over Luthers mobiel.
Gaaf, ik ben Luthers.
Het was Luthers idee.
Ik denk dat we Luthers zijn.
Dus wat gaat er om in Luthers hoofd?
Nicolai Kirke is een luthers kerkgebouw in Vejle, Denemarken.
Zijn vader was luthers en zijn moeder lid van de Pinkstergemeente.
Is dit Luthers handschrift?
Luthers, methodistisch, veel baptistisch.
Alsunga is een katholiek dorpje in een luthers gebied.
Ik ben luthers.
De kerk werd luthers in 1524.
In 1527 werd de kerk luthers.
Sinds 1528 is de kerk een luthers kerkgebouw.
Salm werd luthers opgevoed.