Voorbeelden van het gebruik van Tel in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Sorry, het is Tel Aviv.
Tel je nog steeds je geld, en zo? Politie is hier overal?
Tel het geld en stel een officieel reçu op.
Tel nu uw score op!
Ik hield het geen tel langer uit in dat ziekenhuis.
Tel de deuren. Een. Drie. Twee.
Volgens anderen heeft hij een restaurant in Tel Aviv.
Tel eens terug vanaf honderd met zeven tegelijk?
Je weet dat dit de tweede keer vandaag is dat ik vijf koninginnen tel.
Tel die levens bij het totaal op.
Lk hield het geen tel langer uit in dat ziekenhuis.
Tel de deuren. Een. Drie. Twee.
Dat was tante Nettie uit Tel Aviv.
Tel je Zwarte Jack,
Ga zitten en tel tot tien.
Tel twee getallen bij elkaar op en vermenigvuldig met twee.
Eén tel. Niks één tel.
Nee, ik tel. Ik tel.
Dat was tante Nettie uit Tel Aviv.
Tel naar 20. Achterdeur.