Voorbeelden van het gebruik van Uitschot in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Ze zijn uitschot, gast.
Alleen uitschot verraadt z'n eigen vader!
Uitschot, straatrat.
Dat uitschot heeft zijn moeder vermoord.
Het is uitschot.
Mijn familie is uitschot.
Wat voor een uitschot heeft seks
Het uitschot van ooit een geëerde naam. Mijn familie.
Uitschot, ik hoop dat jullie verkracht worden!
Dat uitschot in de gang.
Al dat uitschot dat komt kijken.
Mensen zijn uitschot.
Ik zou nooit voor je vechten, jij uitschot.
Die mensen zijn uitschot.
Zelfs mijn nachtlopers, het uitschot.
Uitschot met wapens.
We zijn geen uitschot, verstotenen of zwervers.
Dat uitschot zit achter u aan.
Uitschot zoekt elkaar altijd op!
Bokkvir… uitschot van Nemis.