Voorbeelden van het gebruik van Vuurproef in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Succes met de vuurproef morgen.
Dat was een duidelijke vuurproef.
Gelukkig denkt mam dat de Vuurproef morgen is.
Moxy, je moet teruggaan en de Vuurproef afleggen.
Dit wordt je vuurproef, toch, Rahim?
Zijn jullie klaar voor de Vuurproef?
We noemen het jullie vuurproef.
Dit wordt je vuurproef, toch, Rahim?
De nacht van de vuurproef.
Jongens, dit is de vuurproef niet.
Dus… klaar voor jouw vuurproef?
Iemand moet ons trainen voor de vuurproef.
Je weet dat die knul de Vuurproef overleefde, juist?
Klaar voor de vuurproef?
Wat Vuurproef, ik doe dit niet.
Een vuurproef voor m'n geloof.
We kunnen die vuurproef alleen maar doorstaan als we samen alles op alles zetten.
Dit is de vuurproef die ik je beloofd had.
Deze crisis is een vuurproef en dat dienen we terdege te begrijpen.
De vuurproef(attractie), attractie in Het Spoorwegmuseum.