Voorbeelden van het gebruik van Borrel in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Bedankt voor de borrel.
Neem een borrel.
Oke, terug naar 't huis voor 'n borrel.
Laat me jouw een borrel trakteren!
Want wanneer ze een borrel op heeft blijft ze maar praten over jou.
Ik denk niet, dat een borrel gaat helpen.
ze moet een borrel.
Dan kunnen we die kop koffie drinken. Of een borrel.
Wil je een borrel?
Heb jij soms ook een borrel op?
Geef me een borrel,!
Ik heb haar de eerste borrel gegeven.
Of 40, als ik een borrel op heb.
Dronk je hier je eerste borrel?
Sorry, ik had een borrel te veel op.
Jij trakteert vanavond op een borrel.
Wilt u zelf geen borrel?
Ik zit nu niet aan de borrel.
Nu een borrel.
Willen jullie echt geen borrel?