Voorbeelden van het gebruik van Bus in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
De telefoonlijn is geïnstalleerd… en de bewakingsapparatuur zit in de bus.
Kom terug naar de bus.
We stuurden je een foto van een bus.
Ik zag een witte bus.
Maar je verlaat de bus onder geen enkele voorwaarde.
Heeft u de bus voor vertrek gecontroleerd?
Rijd uw bus verder weg.
Ik kan de bus terugbrengen als ik je heb afgezet.
Terug de bus in, dokter.
We willen een bus en een veilige aftocht naar London Airport.
Hij moet ermee in de bus gespeeld hebben toen hij het liet vallen.
De bus komt uit Kansas.
We houden de bus dus in de gaten.
De bus staat bij een laadstation binnen het Whitney gebouw.
Kunt u een bus rechtstreeks of taxi.
Een bus vervoerder biedt reizen aan tussen San Francisco en Las Vegas.
Bus vervoerders bieden reizen aan tussen Dallas en San Antonio.
Het gaat om een bus van gemiddeld formaat, een midibus.
De bus brengt u naar de blauwe metrolijn(M3).
De bus komt ongever vijf of tien minuten voor het vertrek.