Voorbeelden van het gebruik van Buur in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Je had een klacht over een buur.
Of onze buur.
Oh, Homer, aldus op deze dag is er enen buur geboren.
Nee, hoeveel korting geef je een buur?
Ik ben nieuw bij dit hele buur ding.
Dat was onze buur.
Dat kan van de brandstichtende buur zijn.
U had een buur kunnen roepen.
Dit is mijn vriendin en buur, mw. Rachel Lynde.
Je draagt je buur niet.
Maar ten eerste moet hij een buur blijven.
Nieuwsgierige buur.
Als goede buur?
Hopelijk zal het Kunstparcours wel rekening houden met de Franse buur.
Je pakket wordt bij je buur geleverd.
Japanse dochter 05:24 Ik was invited door onze buur voor een dinner.
Geografisch nabije omgeving buur geen.
Buiten staat Bob- buur.
Charles, dominee Innes is een goede vriend en buur.
Kom je dan niet beneden om te luisteren, buur?