Voorbeelden van het gebruik van Feestje in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Ik vind een feestje leuk… maar ken ik deze mensen?
Ben ik ook uitgenodigd op dit feestje?
Ik heb het feestje gevonden.
Chris hield van een feestje.
Leuk feestje.
Ik hoef niet op ieder feestje stomdronken te worden.
Mensen houden van een feestje, toch?
En hoe was het feestje?
Houd je van een feestje?
Het is maar een feestje.
De avond van Bobby's feestje.
Zeg tegen ma dat ik te oud ben voor een feestje.
We prikken wel een nieuwe datum voor jullie feestje.
Bouwen we daarna een feestje?
Dus ik bracht de meiden hierheen voor een revanche feestje.
Je weet dat ik van een goed feestje hou.
Hoeveel mensen in je feestje?
Het is een feestje.
Excuseer me. Dit is een privé feestje voor mijn buren en vrienden.
Dit is het ergste feestje ooit.