Voorbeelden van het gebruik van Hoeveel is zeven plus in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Hoeveel is zeven plus vier?
Hoeveel is zeven plus vijf?
Hoeveel is zeven plus vijf?
Hoeveel is zeven plus vijf?
Hoeveel is zeven plus t't'n?
Hoeveel is zeven plus zeven? .
Hoeveel is zeven plus negen?
Hoeveel is zeven plus t't'n?
Hoeveel is zeven plus negen?
Hoeveel is zeven plus acht?
Hoeveel is zeven plus negen?
Hoeveel is zeven plus acht?
Hoeveel is zeven plus één?
Hoeveel is zeven plus drie?
Hoeveel is zeven plus acht?
Hoeveel is zeven plus negen?
Hoeveel is zeven plus drie?
Hoeveel is zeven plus één?
Hoeveel is zeven plus één?
Hoeveel is zeven plus zeven? .