Voorbeelden van het gebruik van Inbreken in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Ik zag deze vrouw op een van mijn schermen in uw auto inbreken.
Hopelijk leidt Ramone ons naar hem en naar de drogist waar hij wilt inbreken.
Ik moet inbreken in een cel.
Waarom kunnen kinderen zo makkelijk inbreken in het Pentagon?
Dus je gaat inbreken?
We gaan in het hoofdkwartier van de Chinese president inbreken.
Ik werd gearresteerd voor inbreken.
Ben je aan het inbreken?
Inbreken in de tijdcapsule?
We kunnen bij hun inbreken.
We hebben een getuige die je heeft zien inbreken, Beanie.
Denk je dat ik bij je ga inbreken?
Wilde iemand in m'n auto inbreken?
Trouwens… je moet mogelijk inbreken.
Ik denk dat iemand in mijn kantoor wil inbreken!
Gaan we in een gevangenis inbreken?
Dat iemand in mijn flat wou inbreken.
Bleef maar opscheppen dat hij overal kon inbreken.
Kan iemand daarop inbreken?
Inbreken kan lastig zijn.