Voorbeelden van het gebruik van Nat in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Liefje? Waarom ben je helemaal nat?
Onze patronen zijn nat!
Je bent nat.
Mijn sokken zijn nat.
Mijn sok wordt nat.
Zijn kleren waren nat.
Jij bent ook nat.
Regen Een fietser wordt nat als het regent.
Wat ben je nat.
En we waren erg nat.
En Nat.
Word je nat?
Waarom ben je nat?
Hou op, ik ben nat.
Ik ben nat.
Zodat de schoorsteen niet nat wordt als het regent.
Ja, nat maken schijnt te helpen.
Hou z'n kop nat.
Ik hou van vrouwen die snel nat worden.
Ja, leuk als Shamu iedereen nat maakt.