Voorbeelden van het gebruik van Schoolbal in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Het schoolbal, je afspraakje.
Het schoolbal?
En zij organiseren het schoolbal.
Dan bevruchten we de koningin van 't schoolbal.
Je kunt Meg niet meenemen naar een schoolbal, Peter.
Iemand heeft twee afspraakjes voor het nerds schoolbal.
We sliepen samen na het schoolbal.
Jullie gaan toch niet echt naar het schoolbal,?
Of op het schoolbal.
Dit was op het schoolbal.
Dit zijn ze, op het schoolbal.
Was ik de koningin van het schoolbal?
Wil je met mij naar het schoolbal?
Gaat Bay naar het schoolbal ergens heen?
Naar een schoolbal?
Het schoolbal.
Ga je naar het schoolbal?
Geen auto, geen coole feestjes, geen schoolbal.
Dan mis je 't Schoolbal!
Het is bijna schoolbal.