Voorbeelden van het gebruik van Stink in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Ik weet dat ik stink.
Ik ben nat en ik stink.
Tenzij ik naar poep stink.
Staat er dat ik stink?
Bedoel je dat ik stink?
Balen dat mensen vinden dat ik stink.
Ik ben vies, ik stink.
Niet, ik stink niet!
En ze zeggen dat ik stink.
Ze beledigen me en slaan me omdat ik naar de barakken stink.
Wou je beweren dat ik stink?
Ze zegt weer dat ik stink.
Bedoel je dat ik niet meer stink?
Volgens mij stink ik niet als een brouwerij.
Is het een Stink God?!
Nu stink ik uren in de wind naar tonijntosti.
Bah, wat stink jij.
En ik stink.
Zeg je nou dat ik stink?
Waarom hebben ze Stink niet gepakt?