Voorbeelden van het gebruik van Stink in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Stink is neergeschoten. En Bey is in z'n been geschoten?
Stink ik zo?
Ik stink als een varken.
Je stink naar alcohol.
Schijnbaar stink je al als je aan wandelen denkt.
Zelfs nu je dood bent, stink je nog naar chardonnay.
Stink is neergeschoten.
Stink ik naar jerksaus en billendoekjes?
Ik zweet, maar ik stink niet.
SCHIET OP. Nu stink je niet naar paard.
Wat? Het stink, hé?
Stink is neergeschoten.
Stink ik zo?
Welk overhemd doe je aan? Ik stink.
Zo erg stink je niet.
We hadden Stink gepakt met vier kilo.
En hoe kan ik klanten krijgen als ik naar garnalen stink?
Stink ik zo erg dan?
Ze zeggen dat ik stink.
Nu stink je niet meer.