Voorbeelden van het gebruik van Sukkels in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Tot ziens, sukkels.' Dat zei hij.
Kan iemand van jullie sukkels vertellen wat een nachtdier is?
Soms zijn jullie echt sukkels.
T Zijn sukkels.
Je geeft echt om die sukkels.
Nee, we zijn allemaal sukkels.
We zijn sukkels. We zijn oud.
Twee sukkels die biljarten.
Maar ik kan die sukkels verslaan met een oog dicht!
Met deze sukkels kan je niet winnen?
Rijmt" paarse dwerg" op" mannen zijn sukkels"?
Rustig, zus, we zijn geen sukkels.
Waarom zou ik die twee sukkels terug willen?
Voor wie? Sukkels?
En die rennende sukkels in de straten wilde hij juist niet.
Kijk al die sukkels die deze Hallmark-feestdag aan het vieren zijn!
Een paar van die sukkels die ze hebben gevraagd.
Wat een sukkels waren dat!
De waarheid is voor sukkels, Johnny.
Spelletjes zijn voor sukkels.