Voorbeelden van het gebruik van Wijf in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Dat wijf is gek,
Een groot huis, een gek wijf en een zoon met tennisschoenen.
Dat is gewoon een wijf dat ik neuk.
Wat moet je toch met mijn wijf?
Ik ga uit eten met dat apenarmige wijf.
Je slaat als een wijf.
Dat wijf is koud. Ze is ijskoud!
Dat wijf komt naar Litchfield.
Wij zoeken dat wijf met die grote tieten.
Hier, achterlijk wijf.
Hier is je wijf.
Of een hart met de naam van een wijf.
Houd je mond, wijf.
Wat ben jij, een wijf?
Ik ben toch geen wijf?
Wijf, ik zei toch
Ze lijkt op dat wijf die je in Santa Cruz neukte.
Waar is dat wijf?
Het is een wijf.
oud wijf!