Voorbeelden van het gebruik van Zigeuner in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Kom terug, zigeuner.
Mijn vader was een zigeuner.
Wat wil jij, de zigeuner?
Twintig zilverstukken voor de zigeuner.
Ik ken iemand die gevechten organiseert. Een zigeuner.
Wat is een zigeuner?
Ik ben een zigeuner.
En zij zei:" het is maar een domme zigeuner.
Niet voor een zigeuner.
Nee, en ze is geen zigeuner.
Ik ben zigeuner en wij.
Kijk nou, je groeit op als een zigeuner.
Hoe maak je een zigeuner kinderkostuum met hun eigen handen?
Je ziet het, moeder. Ik ben een zigeuner.
Zigeuner, heb je de vliegtuigen gezien?
Het is die zigeuner van vanmiddag.
De zigeuner is dood van binnen.
Echt, echt of zigeuner echt?
Dit verfraaid Haak zigeuner rok is een patroon in het boek Verfraaid haak.
Euh, we hebben hun gezegd niet het woord' zigeuner' te gebruiken.