Voorbeelden van het gebruik van Blijf in de buurt in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Blijf in de buurt van Dorothy.
Blijf in de buurt, misschien heb ik je hulp nog nodig.
Blijf in de buurt, maar niet te dichtbij.
Blijf in de buurt van het huis.
Niet afdwalen, Doc. Blijf in de buurt.
Blijf in de buurt Clifford.
Blijf in de buurt, goed?
Luister, blijf in de buurt. Goed?
Blijf in de buurt.
Nu niet. Maar blijf in de buurt.
Blijf in de buurt.
Ik blijf in de buurt.
Blijf in de buurt.
Jullie twee, blijf in de buurt, ja?
Het betekent blijf in de buurt en verzorg de mensen waar je om geeft.
Blijf in de buurt. lk neem contact op.
Blijf in de buurt van warmte. conclusie.
Blijf in de buurt, goed?
Blijf in de buurt en help me wat, want jij kent wat van koken.
Dus blijf in de buurt.