Voorbeelden van het gebruik van De wc in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans
{-}
- 
                        Colloquial
                    
- 
                        Official
                    
- 
                        Medicine
                    
- 
                        Financial
                    
- 
                        Ecclesiastic
                    
- 
                        Ecclesiastic
                    
- 
                        Official/political
                    
- 
                        Computer
                    
- 
                        Programming
                    
Ik ga gewoon in de wc pissen.
En de  wasbak, en de  kabel, en de wc.
Een goed moment voor moslims om even naar de wc te gaan.
vroeg waar de wc was.
Ik liet net je tandenborstel in de wc vallen.
Dat hangt in de wc.
Charles moest heel nodig naar de wc.
Hij is net even naar de wc.
We mogen eigenlijk niet eens naar de wc.
Ja, hij is op de wc.
Zijn onderbroek ligt nog in de wc.
Doe dat niet in de  plant, maar in de wc.
Drie tellen later sta ik in de wc.
Ik moet naar de wc.
Masturbatie en een orgasme in de wc op het werk.
Normaal kan ik nauwelijks m'n bed uit om naar de wc te gaan.
Ik moet naar de wc.
belde weer over de wc.
daardoor hoefde ik ook niet naar de wc.