Voorbeelden van het gebruik van Hans in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Hans was erg vriendelijk en behulpzaam.
Hans noch de IJslanders bewogen zich.
Hans, op deze camping in augustus 2015.
Door Hans, 6 maanden geleden.
Hans Faste heette hij deze keer.
Die oude dame probeerde Hans en Grietje op te eten.
En Hans werd geboren in de lente van 1961.
Hans weet heel veel van muziek.
Ja, m'n lieve Hans, dat zal ik doen.".
Het jongetje heette Hans en het meisje Grietje.
Hans vermaakt zich dus wel in England.
Individuele producten met de naam Hans.
Ben je gewond, Hans?
U vliegt met Jesus en Hans naar Bangkok.
En waar heb je die speld, Hans?"?
Ik haat Hans!
Jaar nadat Hans J.
Ik denk dat het Hans Baldung's.
Spaanse versie van Hans.
Ik haal Hans.