Voorbeelden van het gebruik van Is je dochter in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Wat is je dochter lief.
Y tu hija es preciosa.Is je dochter een man?
¿Tu hija es un hombre?¡Tierra?De eerste die eraan gaat is je dochter.
La primera en volar será tu hija.Wie is je dochter? Ik of de buren?
Hier is je dochter, meneer Caruso.
Is je dochter in Vigau?
Wie is je dochter?
Is je dochter een cheerleader?
¿Su hija es animadora?Is je dochter thuis?
Is je dochter, Elizabeth hier?
¿Su hija Elizabeth está en casa?Dat is je dochter niet meer.
Esa ya no es su hija.Maar gelukkig… is je dochter misbaar.
Pero afortunadamente… su hija es prescindible.Edith is je dochter en je wil haar niet met een oude kreupele zien.
Edith es su hija, no quiere verla con un viejo lisiado.En hoe mooi is je dochter?
Y su hija está hermosa?Waar is je dochter?
¿Dónde está la pequeña?Is je dochter eerder weggelopen?
¿Su hija había huido antes?Is je dochter verdwenen?
¿Tú hija está desaparecida?¿Dónde?Patrice is je dochter?
¿Patrice es su hija?Zo, nu is je dochter een leugenaar en ook een dief?
¿Entonces, ahora está su hija es una mentirosa así como una ladrona?Waar is je dochter?
¿Dónde está su hija?
