Voorbeelden van het gebruik van Kabouter in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
De kabouter prinses is eindelijk thuis te komen.
Er was eens een kabouter die een boek las.
David de Kabouter(5).
Groen licht frame met kabouter hoed en klaver op witte achtergrond.
Die kabouter vangen, dat moet moeilijk zijn geweest.
En ik ben geen kabouter.
Volksdansen in een kabouter pakje?
Dat zeg jij, dikke kabouter.
Hoeveel is die kabouter waard?
Hij waardeerde die kabouter niet eens.
Ik ben een kwart kabouter.
Heb jij die film weer gekeken met die gekke kabouter?
waar zij van regenbogen afglijden en de kabouter bedonderen.
Door wie? De kabouter unie?
Heeft iemand… de kabouter gezien vandaag?
Ethan, dat is een kabouter.
Je ving de kabouter?
De vraag is eigenlijk, hoe verklaar jij dat, kabouter?
Je bent geen kabouter?
Ik ga een kabouter aanraken.