Voorbeelden van het gebruik van Ooh in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Ooh, goed!
Ooh, het TED-koor.
LN: Ooh!(Audio) NR: Echt, hé?
Ooh, God, nee.
Ooh, leuke zijden pyjama.
Ooh. Dat klinkt verfrissend.
Ooh, lelijk gebroken.
Ooh, je hebt een groot zwaard,!
Ooh, ik eerst.
Maar je hoeft geen' Ooh, la,la' te zeggen.
Ooh, bijna.
Ooh, te funky voor mijzelf.
Ooh! ben jij dat?
Ooh, wat voor een lucht is dat?
Ooh, boze ouders.
Ooh, een vette kerel valt!
Ooh, de prins van Monte Cristo.
Ooh, hee een duif"!
Ooh, waar val je op, oma's met transsexuelen?
Hij stierf, ooh, ongeveer toen ik haar leeftijd had.