Voorbeelden van het gebruik van Prik in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Lets met prik.
Mira moet haar prik voor de ochtend.
Wie stopt er warme prik in zijn kastje?
Prik gaten in de onderkant van de fles.
Prik gaatjes in de huishoudfolie.
Weinig suiker, geen prik.
Kwam voor een penicilline prik.
Een party zonder muziek, is als cola zonder prik.
Prik een paar gaten in het deksel.
uitdagende speltypen vol paarse prik!
Het zat in een prik.
ik ben hier voor mijn prik.
Met of zonder prik?
Stallone kan al dan niet beledigd zijn door de verbale prik.
Ik wil een glaasje prik.
Ja, iedere morgen samen met mijn prik.
ook bekend als huidpriktesten of prik test.
Ik heb liever water zonder prik.
Eh kan ik nu een prik krijgen?
Soms water met prik en citroen.