Voorbeelden van het gebruik van Schoot op in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Je schoot op mijn agenten.
De helikopter schoot op mijn mannen toen ze aan hun parachute hingen.
Ik schoot op de kanselier.
Mijn enige zorg was dat er niemand schoot op wat dit object ook was.
Ik schoot op het hert!
Niemand zag jouw gezicht en ik schoot op die domme lul.
De verdachte schoot op een onschuldige omstander.
Een dronken smokkelaar schoot op mijn vader en doodde haar inplaats.
Je schoot op burgers.
Ik neem aan dat wie er schoot op Gus ook Crock heeft vermoord.
Hij schoot op degene die Anthony vermoordde.
Daar schoot je op.
Nee, Michael schoot op een cylinder vol met traangas en verdelgingsmiddel.
Hij doodde Cooper en schoot op Parks en Hobart.
Wie schoot op John F. Kennedy?
Ik schoot op niemand.
Jouw vader schoot op je moeder!
Iemand schoot op Max!
Iemand schoot op een bezoekende politicus.
Of Rowe schoot op Overson.