Voorbeelden van het gebruik van Snoep in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Heb je genoeg snoep?
Wie wil er snoep mais?
als beloning krijgt hij snoep.
Jullie kunnen me later betalen in cash of snoep.
Zie het als"intellectueel snoep.".
Veel plezier met je verdomde snoep.
Hier komt een berg van gebakjes en snoep!
Dan moeten ze me snoep geven!
We zijn snoep!
Maar het was geen snoep.
Ja, het is ook snoep.
Als je smarties niet lekker vindt, dan neem je ander snoep.
Vader vertelt zoontje dat cocaïne snoep is.
Ik wilde mezelf trakteren op snoep.
Vader vertelt zoontje dat cocaïne snoep is.
Probeer geen snoep en zoete drankjes te eten.
We danken ook voor snoep aangeboden, zachtjes,
Jep, snoep van de natuur.
Ik verkoop snoep voor het goede doel.
Op maat gemaakte snoep huis opblaasbare tent voor verkoop promoties.