Voorbeelden van het gebruik van Stonk in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
De prostituée uit Okubo stonk als een stinkdier.
Dat stonk verschrikkelijk.
de hele plaats stonk naar zweet.
Die stonk vast vreselijk.
Het stonk echt.
En het stonk naar tabak.
Als hij naar rotte vis stonk zoeken we misschien een visser.
Hij had rode ogen en stonk naar drank.
En het stonk naar rotte eieren.
Nu je het zegt, het stonk onder water.
Het stonk vies.
En het stonk.
Je voorganger stonk naar opgewarmde minestrone.
Het eethuisje moet het hebben gebruikt want het stonk naar oude souvlaki.
Stonk naar patchouli en bange hipster.
De bedden, kussens en beddengoed stonk naar schimmel en schimmel.
Appartement schoon, maar het stonk naar rook- als uit een schoorsteen.
Nee, ze zeiden dat het stonk, mam!
Mia zei dat de moordenaar naar nagellakverwijderaar stonk.
Vanochtend zei Ben dat LeBrock naar vis stonk.