PLANIFICAR - vertaling in Nederlands

te plannen
para planificar
para planear
para programar
planes
plan
proyecto
plano
planificar
intención
designio
planificación
planear
programar
planning
planificación
programación
horario
planeamiento
planificar
planeación
planear
calendario
cronograma
planes
plant
planta
vegetal
planificar
planear
plannen
proyecto
plano
planificar
intención
designio
planificación
planear
programar

Voorbeelden van het gebruik van Planificar in het Spaans en hun vertalingen in het Nederlands

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Medicine category close
  • Financial category close
  • Ecclesiastic category close
  • Ecclesiastic category close
  • Official/political category close
  • Computer category close
  • Programming category close
Para asesorar y planificar el diseño y la organización del territorio.
Te adviseren en het plan van de lay-out en de organisatie van het grondgebied.
La hora de planificar un evento.
Bij de planning van een evenement.
Planificar llamadas con los clientes a veces puede ser complicado.
Het inplannen van gesprekken met uw klanten kan soms ingewikkeld zijn.
Planificar una boda es un trabajo.
Een bruiloft plannen is werk.
Sin embargo debes tener en cuenta las diferencias regionales antes de planificar unas vacaciones a México.
Houd echter rekening met regionale verschillen bij het plannen van je vakantie.
asignar fechas límite y planificar por adelantado.
deadlines toewijzen en van tevoren plannen.
Tener un sueño, ponernos objetivos claros y planificar nuestro negocio;
Droom, stel duidelijke doelen en plan je onderneming.
Necesitas planificar unas vacaciones en el trópico.
Je moet een vakantie naar de tropen plannen.
los descansos reglamentarios deberán planificarse en consecuencia!
de rusttijden moeten navenant gepland worden!
Una calculadora de edad de calidad puede ayudarlo a planificar mejor.
Een chronologische leeftijdscalculator kan u helpen met een betere planning.
¿Qué pasa cuando una verificación no se puede planificar?
Wat gebeurd er wanneer een verificatie niet kan worden ingepland?
Puede planificar, ejecutar y monitorear de forma independiente los requisitos técnicos de video.
Je kan zelfstandig de technische vereisten voor video inplannen, uitvoeren en opvolgen.
Tal vez sería útil para realizar un seguimiento y planificar el tratamiento.
Wellicht wel handig voor het bijhouden en inplannen van de behandeling.
Programar es como planificar una cena.
Programmeren is net als het voorbereiden van een diner.
Sepa qué campos de juego están reservados antes de planificar un entrenamiento.
Bekijk welke velden zijn gereserveerd alvorens een training in te plannen.
Nuestro sistema de reservación online de car rental le ayudará a planificar mejor sus vacaciones.
Onze online reserveringssysteem autoverhuur zullen bijdragen tot een betere planning van hun vakantie.
Emprender en España, es algo que deben planificar muy bien.
Werken in Spanje is iets wat je goed moet voorbereiden.
Un ritual que te recomendamos: Intenta planificar un detox digital.
Een aanbevolen ritueel: Probeer eens heel bewust een digitale detox in te plannen.
sucedió sin planificar.
het gebeurde niet gepland.
debe planificarlas con anticipación.
moet je ze van tevoren plannen.
Uitslagen: 5212, Tijd: 0.5252

Top woordenboek queries

Spaans - Nederlands