Examples of using Braaf in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Die stonden braaf volgens afspraak op ons te wachten.
Wees braaf en blijf geloven.
Braaf paard.
Ik ben een braaf, christelijk meisje.
Gaat prima op de trailer en braaf op onbekend terrein.
heel groen maar erg braaf.
Wees braaf en ga in de hoek zitten.
Ook wij zitten braaf met Pakistaanse vlaggetjes te zwaaien.
Braaf, Gordon.
Je moet nu braaf zijn, kleine Robin.
Braaf paard!
Nee. Wees braaf, ga met je moeder mee.
Ze is braaf bij de hoefsmid en braaf op de trailer.
Ik blijf braaf.
Hij is heel braaf geweest.
Stap nu braaf de kern binnen en ga door waar je vader stopte.
Braaf. Ik ga voor jou m'n pistool niet gebruiken.
Hoe dat zo, braaf, klein, bijna-dood vrouwtje?
Braaf meisje. Renate Richter, m'n bijna-bruid.
Ongeveer 5 maanden onder het zadel en zo braaf.