Examples of using Dapper in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Ze was dapper, net als jij.
Wees dapper, en wissel nummers met hem uit.
Jullie hebben dapper gevochten… maar tevergeefs.
Eenvoudig, elegant en een must voor de dapper gent.
Misschien zal ik dapper zijn.
hij was erg dapper.
Een dapper man zou zijn verloofde verdedigen omdat ze plasbuis wordt genoemd.
Ze gingen dapper waar nog niemand eerder heen ging.
Het is dapper om je verdriet te uiten?
Zo dapper ben ik niet.
Je aanzet is dapper, maar dan twijfel je.
Neutrale tikt Stripe uit de Dapper collectie van Tim Holtz.
Ja. Ik kan dapper zijn.
Jij was dapper.
Mijn man is heel erg dapper, maar hij is geen denker.
U bent 'n dapper soldaat en duidelijk van goede stand.
Ze vocht dapper tegen de Spanjaarden.
Laat ons dapper wezen en er komaf mee maken.
Ik vocht ooit dapper voor jouw droom.
Echt? Ze was dapper, net als jij.