Voorbeelden van het gebruik van Dapper in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Zo dapper zouden we allemaal moeten zijn.
Hij is dapper en trouw.
Dapper zoontje heb je, Hilliard.
En u was dapper genoeg om af te treden.
Als je Dapper Dan wilt,
Nog tot voor kort streefde hij dapper….. om zijn situatie zin te geven.
Dapper, eerlijk en onzelfzuchtig.
Maar jij bent dapper om het te doen. Heel vaak.
Wees dapper en vrees niet, want God is bij je.
Ze heeft dapper gevochten. Jenny.
Wanhopig en dapper vochten zij om hun land tegen verovering te beschermen.
Zijn jullie grenzeloos dapper of hardleers en dom?
We zagen eruit als de Dapper Dans uit Disneyland.- Echt?
Dat was dapper.
Nee, dat was dapper.
Het is dapper van je.
Dapper, waarheidsgetrouw en onzelfzuchtig.
Wees dapper, zonder angst.
Dat is Dapper Dan.
Je hebt er zo dapper voor gestreden.