Voorbeelden van het gebruik van Dapper in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Verbazingwekkende tatoeage op de rechter voet maakt een man dapper.
Je was verrassend dapper.
Zij willen graag in die diepte duiken en dapper naar de parels zoeken.
jullie zijn dapper!
Je bent zo dapper, Wallace, mijn minced pie.
Mensen geboren in het jaar van het zwijn zijn dapper.
Gisteren vochten ze dapper.
Het is een dapper man, die zijn eigen zwakheden bevecht”.
Het was moedig en ongelooflijk dapper.
Niet goed, maar wel dapper.
Grafzuilen, die doet denken aan een volk dat dapper hun onafhankelijkheid verdedigd;
Het is dapper om te zijn wie je bent.
Zo dapper ben ik niet.
Mijn krijgers zijn dapper.
Dat is heel dapper van u.
Honderd jaar geleden waren de Araucaniërs ongelooflijk fel en dapper.
Loyaal, dapper en je partners bij deze klus.
We moeten dapper zijn en sterk.
Wees moedig… wees dapper… en wees op ze voorbereid.
Dapper, dat zijn we.