Examples of using Dat doen in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Lomea en ik zullen dat doen.
Als we dat doen, dan verdrink je.
Dat doen Parisiennes namelijk op de derde niet-was-dag.
Eigenlijk, blijf dat doen.
Nee, hij kan dat doen.
Als we dat doen, zal heel Belfast zich tegen ons keren.
Dat doen alle anderen al.
Nee, ik wil niet dat je dat doen.
En jij kunt dat doen.
Ik wist niet dat ze dat doen.
Ik bedoel, wat voor soort man zou dat doen, Dean?
Mijn peloton zal dat doen.
Met mijn geloofwaardigheid kan ik dat doen.
Ik had altijd een hekel aan mensen die dat doen.
Er zijn moordenaars die dat doen.
Wij gaan dat doen.
Zak… Nee, hij kan dat doen.
Zodra we dat doen.
Ik zou dat doen.