Voorbeelden van het gebruik van Dat doen in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Dat doen goede buren niet.
En… kun je dat doen, met dit hier?
Dat doen we hier niet.
Ja, dat doen ze al.
Dat doen we later.
Hoe ga je dat doen zonder gedood te worden?
Dat doen we allemaal.
Dat doen we allemaal.
Want dat doen vaders.
Dat doen we niet meer.
Dat doen ze niet.
Dat doen wij niet, Ray.
Ja, dat doen we.
Hoe gaat hij dat doen, Harvey?
Dat doen we vaak.
Ja, dat doen we.
Dat doen we allemaal wel eens.
Dat doen meiden voor elkaar.
Dat doen normale kinderen niet.
Als we dat doen, krijgen we ze misschien terug.