Examples of using Doelloos in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Saai. Eigenlijk doelloos.
We rijden al uren doelloos rond.
Saai. Eigenlijk doelloos.
Ik wilde vandaag niet weer doelloos rondrijden.
Het merg van zijn botten', herhaalde ik doelloos.
Simplistisch zeker, maar absoluut geen doelloos gebeuk en geschreeuw.
maar ik ben doelloos.
Zijn beenmerg, herhaalde ik doelloos.
Acht dagen lang dreven ze doelloos op die oceaan.
Rondrijden- doelloos.
De oude man lijkt doelloos door de stad te dwalen.
Door doelloos door de gangen te dwalen?
Wezens strompelen doelloos in niemansland zoals het leven van vele mensen vandaag verloopt.
Wraak is doelloos, Doc.
Terwijl mijn vrienden hun zomer doelloos rondbrachten in Europa… nam ik het psychometrisch examen.
Ik loop doelloos door de stad.
Berooid, doelloos, nietsnutten.
Als leven doelloos is, waarom verkiezen we dan te leven?
Je bedoelt doelloos en egoïstisch?
Ze werden doelloos en depressief.