Examples of using Focussen in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Zich niet laten afleiden, focussen op haar werk.
Mijn medestudenten, het is tijd dat we focussen.
Niet focussen op de details die kloppen!
Focussen op innovatie.
Blijf je focussen.
Laten we ons focussen op Ohio.
Let's concentrate on Ohio.Vrouwen zouden niet meer moeten focussen op gezin en kinderen.
Women should not focus on family and children anymore.Focussen op de ogen creëert de illusie van een slank gezicht.
Focusing on the eyes creates the illusion of a slim face.We kunnen ook gebruik maken van een techniek die'Focussen' heet.
We can also make use of a technique known as'focussing'.We moeten ons blijven focussen op de grote.
We have to stay focused on the big.En ons enkel op fijne dingen focussen.
And concentrate only on happy things.Je moet je focussen.
You gotta focus.Focussen op het effect paroprovodyaschy.
Focusing on the effect paroprovodyaschy.Ze is zich altijd op eetstoornissen blijven focussen.
She has been focussing on eating disorders in her research ever since.Je moet je blijven focussen.
You gotta stay focused.Hallo, Henrik. We focussen op Tommy Petersens familie.
Let's concentrate on Tommy's family.- Hi, Henrik.Dat focussen.
That focus.Focussen is niet hetzelfde als het ervaren van sterke emoties.
Focusing is not the same as the experience of strong emotions.Pas sinds een drietal jaar ben ik me volledig op de 100 meter beginnen focussen.
I have only started focussing on the 100 metres for three years.We moeten blijven focussen.
We have to stay focused.
