Voorbeelden van het gebruik van Focussen in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Je moet je blijven focussen.
De flexibiliteit van de begroting vergroten en focussen op de kwaliteit van de uitgaven;
Kan zich oneindig focussen.
jij je op de zaak moet focussen.
Okay, wel, ik zal me focussen op Beverly.
Je zou je op de wedstrijd focussen.
Hij is de beste schrijver van zijn generatie, maar hij moet zich blijven focussen.
Onze mensen moeten zich op de nazi's focussen.
Zo kan ik me beter focussen.
Gebrek aan begeleiding. Zaken overslaan… focussen op de verkeerde punten.
wij ons hierop blijven focussen.
Blijf je focussen.
Ga je je nu alleen op mij focussen? Natuurlijk?
Hij is de beste schrijver van zijn generatie, maar hij moet zich blijven focussen.
Ik denk dat we ons moeten focussen op een meer hoopvol terrein.
Gewoon een nevel scannen en focussen op de wetenschap.
Is het zo erg dat ik me wil focussen als ik aan het werk ben?
En jij… wij… moeten ons focussen op de goede dingen.
Maar blijf je focussen en volg je bevelen op, oké?
Sebastian. Musa. Ik moet me focussen.