Examples of using Geschil in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
We hebben een geschil tussen twee schoften.
Misschien als gevolg van een geschil over de verdeling van de inkomsten.
We nemen contact op met de koper zodra je het geschil hebt geopend.
Dus mogelijk kan ieder geschil.
Arbiter in een geschil over fabrieksinstallaties.
Hij heeft een artistiek geschil met de regisseur.
Geschil over de echtheid van een handtekening(vervalst document);
In geval van geschil naar de Franse tekst verwijzen.
Het geschil is tussen Caesar
We hadden een zakelijk geschil.
U ontvangt een e-mail van eBay met een beschrijving van het geschil.
Deze waterloop is onderwerp van een geschil tussen beiden landen.
Genade en werken moeten in het verband van dit geschil begrepen worden.
Daarin werd gepleit voor een vreedzame oplossing van het geschil.
Je reis naar de toekomst zal ons geschil oplossen.
Elk geschil is onderhevig aan het Belgisch recht.
Zakelijk geschil, na veertien jaar.
De verkoper opent toch nog een geschil wegens onbetaald object.
Nee, het was een geschil over de behandeling.
Als het huidige geschil is opgelost.