STREIT - vertaling in Nederlands

ruzie
streit
ärger
kampf
auseinandersetzung
zoff
krach
fehde
meinungsverschiedenheit
gezofft
schlägerei
strijd
kampf
bekämpfung
schlacht
widerspruch
krieg
streit
verletzung
konflikt
gefecht
zu bekämpfen
geschil
streit
streitigkeit
rechtsstreit
streitfall
konflikt
meinungsverschiedenheit
streitsache
auseinandersetzung
disput
streitfrage
gevecht
kampf
schlacht
streit
gefecht
schlägerei
prügelei
zu kämpfen
fight
auseinandersetzung
conflict
konflikt
streit
auseinandersetzung
widerspruch
konfrontation
streitigkeiten
onenigheid
streit
uneinigkeit
auseinandersetzung
zwietracht
discord
konflikt
meinungsverschiedenheiten
unstimmigkeiten
differenzen
streitigkeiten
discussie
diskussion
debatte
aussprache
erörterung
diskutieren
auseinandersetzung
streit
frage
widerrede
disposition
meningsverschil
meinungsverschiedenheit
streit
unstimmigkeit
differenzen
auseinandersetzung
meinungsunterschied
uneinigkeit
disput
woordenwisseling
auseinandersetzung
streit
dispuut
streit
verbindung
disput
disputation
auseinandersetzung
streitigkeiten
konflikt
studentenverbindung

Voorbeelden van het gebruik van Streit in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Medicine category close
  • Ecclesiastic category close
  • Financial category close
  • Ecclesiastic category close
  • Computer category close
  • Official/political category close
  • Programming category close
Warum gab es wieder Streit mit den anderen Jungs?
Waarom heb je weer gevochten met de andere jongens,?
Der Streit zwischen Hammarsten und Ericsson schien sehr persönlich.
Het conflict tussen hem en Ericsson leek nogal persoonlijk.
Derselbe Streit wie im Knast?
Dezelfde onenigheid als in de bak?
Ron, dieser Streit mit Ihrem Partner.
Ron, deze strijd met je partner.
Ist das der Streit vom letzten Jahr?
Is dit dat gevecht van vorig jaar?
Angela und ich hatten einen Streit.
Angela en ik hadden ruzie.
Wie Sie den Streit vergessen haben, den Sie beide letzten Monat hatten?
Zoals je het meningsverschil dat jullie vorige maand hadden vergeten bent?
Kein Streit oder sowas.
Geen discussie of zo.
Haben einen Streit wegen einer Kuh.
Ze hebben een geschil over een koe.
Wie kann ich Streit mit ihm haben?
Hoe kan ik 'n conflict hebben met hem?
Hatten sie oft Streit, Saif und Molly?
Hebben ze veel gevochten, Saif en Molly?
Der Streit gestern war heftig, aber kannst du mir helfen?
Die strijd gisteren was heel moeilijk voor ons allemaal, maar kan je helpen?
Wir haben meines Wissens noch nie Streit gehabt.
We hebben nooit onenigheid gehad, voor zover ik weet.
Geriet ich in Streit mit diesem Jungen. In Devenford.
Op Devenford, raakte ik in gevecht met zo'n jongen.
Der Nächste, mit dem er Streit bekam, hatte eine Pistole.
De volgende met wie hij ruzie kreeg had een wapen.
Einen Streit. So würd ich das nicht nennen.
Een woordenwisseling. Ik zou het niet… Ik zou het zo niet noemen.
Wir hatten Streit während der Therapie.
We hadden een discussie bij therapie.
Dieser Streit zwischen Euch beiden muss enden.
Dit geschil tussen jullie moet eindigen.
Edwards und Sigtryggrs Streit ist etwas anderes.
Het conflict tussen Edward en Sigtryggr staat daar los van.
Wenn es Streit gab, war er heftig.
Als het een meningsverschil was, moet het serieus geweest zijn.
Uitslagen: 3188, Tijd: 0.1221

Top woordenboek queries

Duits - Nederlands