Examples of using Heeft nooit iets gezegd in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Jullie hebben elkaar zo veel gezien, en hij heeft nooit iets gezegd.
Hij heeft nooit iets aardigs gezegd.
Jullie hebben elkaar zo veel gezien, en hij heeft nooit iets gezegd.
Echt? Ze heeft nooit iets gezegd.
Over iemand met 't vliegtuig meesturen. Tennant heeft nooit iets gezegd.
Een tijdje.- Ze heeft me nooit iets gezegd.
Geen idee. Ze heeft nooit iets gezegd.
Ze heeft me nooit iets gezegd.
Isabel heeft nooit iets gezegd.
Hij heeft me nooit iets gezegd.
Hij heeft nooit iets gezegd dat.
Hij heeft nooit iets gezegd dat.
Nee, hij heeft nooit iets gezegd.
Ze heeft nooit iets gezegd.
Hij heeft nooit iets gezegd?
Hij heeft nooit iets gezegd.
Het arme kind heeft nooit iets gezegd over m'n vrouw of m'n gezin.
Ze heeft nooit iets gezegd. Leonora?
Ik zie haar vaak en ze heeft nooit iets gezegd.
en zijn dokter heeft nooit iets gezegd.