Examples of using Het is tijd in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Alex, het is tijd.
Het is tijd om er uit te stappen.
Het is tijd om naar school te gaan.
Kinderen, het is tijd.
Sorry, James. Het is tijd voor mijn solo.
Het is tijd om hen toe te laten tot het postulaat.
Het is tijd voor jou om te gaan!
Het is tijd, Jesper.
Het is tijd voor de Michelle Show. Nee.
Dus het is tijd voor de presentatie van cijfers
Het is tijd voor een verandering.
Het is tijd dat we een gezin beginnen.
Het is tijd voor Air Blood!
Het is tijd om delicate besluiten uit te stellen.
Het is tijd voor de mis.
Het is tijd voor een nieuw begin.
Het is tijd voor mijn solo. Sorry, James.
Het is tijd dat ze vrouwenwerk doet.
Het is tijd voor… BaywatCh.
Het is tijd voor onze geheime sandwich rendez-vous.