PIJN in English translation

pain
pijn
leed
pijnlijk
verdriet
hurt
pijn doen
gewond
kwaad doen
iets aandoen
verwonden
schaden
raken
gekwetst
bezeerd
verwond
ache
pijn
verlangen
doen zeer
maagpijn
buikpijn
agony
pijn
kwelling
lijdensweg
doodsangst
doodsstrijd
lijden
foltering
angst
ellende
doodstrijd
discomfort
ongemak
pijn
onbehagen
onaangenaam gevoel
hinder
ongerief
ongemakkelijk
last
borstongemak
onprettig gevoel
soreness
pijn
gevoeligheid
pijnlijke
pijnlijkheid
irritatie
spierpijn
sore
pijn
boos
zeer
gevoelig
pijnlijke
zere
zweer
lust
slechte
painful
pijnlijk
pijn
pijnvol
moeizame
suffer
lijden
last hebben
last
ondergaan
ondervinden
boeten
oplopen
krijgen
kampen
pijn
suffering
lijden
last hebben
last
ondergaan
ondervinden
boeten
oplopen
krijgen
kampen
pijn
pains
pijn
leed
pijnlijk
verdriet
hurts
pijn doen
gewond
kwaad doen
iets aandoen
verwonden
schaden
raken
gekwetst
bezeerd
verwond
hurting
pijn doen
gewond
kwaad doen
iets aandoen
verwonden
schaden
raken
gekwetst
bezeerd
verwond
aches
pijn
verlangen
doen zeer
maagpijn
buikpijn
aching
pijn
verlangen
doen zeer
maagpijn
buikpijn
pained
pijn
leed
pijnlijk
verdriet

Examples of using Pijn in Dutch and their translations into English

{-}
  • Colloquial category close
  • Medicine category close
  • Official category close
  • Ecclesiastic category close
  • Financial category close
  • Computer category close
  • Ecclesiastic category close
  • Official/political category close
  • Programming category close
Pijn of moeite met plassen.
Painful or difficulty urinating.
Een beetje pijn, maar het gaat wel.
A little bit sore, but.
De pijn in je hart.
The ache in your heart.
Hij is de pijn in mijn kont.
He's a pain in my ass.
De pijn in mijn hart… onverdraaglijk. is.
The agony in my heart… Unbearable. It's.
Ik wist dat hij me nooit pijn zou doen.
I knew he would never hurt me.
Verlicht jeuk en vermindert de pijn veroorzaakt door beten. 100ml.
Relieves itching and reduces soreness caused by bites. 100ml.
Pijn bij het plassen met bloed in de urine.
Painful urination with blood in the urine.
Soms: oedeem, pijn op de borst, lethargie, dorst.
Uncommon: oedema, chest discomfort, lethargy, thirst.
Hij aanvaardde die pijn om de vijand te verslaan.
He accepted that suffering in order to best the enemy.
Heb je alweer pijn in je keel?
You're having another one of your sore throats?
De pijn in mijn onderbuik. De verwarring.
The confusion. The ache in my guts.
Voor de pijn en de ontsteking. Ja.
Yeah, for pain and inflammation.
De pijn in mijn hart… ondraaglijk. is.
Unbearable. The agony in my heart… It's.
Hij had Molly echt pijn kunnen doen.
He could have really hurt Molly.
Pijn aanraking is pijnlijk.
Soreness touch is painful.
Pijn bij het plassen, bloed in de urine.
Painful urination, blood in urine.
Immers, de pijn komt meestal voor bij twee benen.
After all, the discomfort usually occurs in two legs.
Hij had pijn op de borst.
He had chest pains.
Je hebt pijn, maat. Daar.
You got a sore, mate. There.
Results: 58607, Time: 0.0831

Top dictionary queries

Dutch - English