Examples of using Pijn doen in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Al je liefde zal ons pijn doen.
droog zijn en pijn doen.
En daarom zal ik je geen pijn doen.
Maar soms kan de waarheid mensen pijn doen.
Maar hem pijn doen was toch verkeerd.
Jouw pijn doen, zal de toekomst niet veranderen.
Niets kan me nog pijn doen.
Tot je geest moe is en je botten pijn doen.
Als de schoen echter wel gedragen wordt, gaan de voeten pijn doen.
Dit gaat een beetje pijn doen.
Dat ze hem beschermen tegen degenen die willen pijn doen.
En de Hollow kan je pijn doen.
Als je voeten pijn doen, is de oorzaak misschien niet zo onschuldig.
Hem pijn doen voordat hij de informatie geeft die we nodig hebben, is onlogisch.
Mensen pijn doen werkt soms, Tandy.
Er zijn barstende bubbels die branden en pijn doen.
kan een beetje lichaamsbeweging nooit pijn doen.
het kan even pijn doen.
Het zal erg pijn doen.
Ik ga je niet pijn doen, man.