CAN'T BE TRUE in Dutch translation

• kan niet waar zijn
• kan niet kloppen
• niet trouw kunt zijn
• kan niet echt zijn
• niet waar kunnen zijn
• kan toch niet
• kan nooit waar zijn

Examples of using Can't be true in English and their translations into Dutch

It can't be true!- Yes, Robert.
Dat kan niet waar zijn! Ja, Robert.

No, this can't be true. Charlotte?
Nee, dat kan niet waar zijn. Charlotte?

Wolfgang? This can't be true.
Dit kan niet waar zijn. Wolfgang?

This can't be true. Wolfgang?
Dit kan niet waar zijn. Wolfgang?

Yeah, but… that can't be true.
Ja, maar dat kan niet waar zijn.

Oh, no. It can't be true.
Oh, nee. Dat kan niet waar zijn.

The legends can't be true.
De verhalen kunnen niet waar zijn.

Which can't be true beca.
Wat niet waar kan zijn omdat.

And if I can't be true to the things that I do.
En als ik niet trouw kan zijn aan de dingen die ik doe.

She… She's dead. She can't be true.
Ze zei dat ze niet echt kan zijn.

crystal spirits can't be true.
het verhaal over draken niet waar kan zijn.

crystal spirits can't be true.
kristallen geesten niet waar kan zijn.

Well, then you know it can't be true.
Dan weet je dat het niet waar kan zijn.

They also know it's absurd, it can't be true.
Ze weten ook dat het absurd is, en het niet waar kan zijn.

That can't be true.
Dat kan waar zijn.

It can't be true.
Het kan waar zijn.

It can't be true.
Het kan niet waar zijn dat.

This can't be true.
Dit kan niet waar wezen.

I-it can't be true.
Het kan niet waar zijn.

That can't be true.
Dat kan niet echt waar zijn.