CHEAT in Dutch translation

• bedriegen
• cheat
• valsspeler
• valsspelen
• vreemdgaan
• bedrog
• belazeren
• gaan vreemd
• oplichter
• oplichten
• vreemd
• spieken
• bedonderen
• frauderen
• vals spelen
• bedrieger
• afkijken
• zwendelaar
• met spieken
• beduvelen
• belazert

Examples of using Cheat in English and their translations into Dutch

You cheat before our wedding's done.
Je bedrog werd voor het huwelijk gedaan.

Including cheat at poker.
Ook valsspelen met poker.

Being a cheat is nothing to be proud of.
Een bedrieger zijn is niets goed.

she's a cheat.
ze is een valsspeler.

I knew he would cheat.
Ik wist dat hij zou vals spelen.

I'm not gonna cheat on my wife!
Ik ga mijn vrouw niet bedriegen.

They cheat you always.
Ze belazeren je altijd.

You could always cheat.
Vreemdgaan kan altijd.

Cheat! He's cheating!.
Bedrog! Hij speelt vals!

Cheat day. Carbs!
Cheat day? Koolhydraten!

You can't cheat like that!
Maar valsspelen mag niet!

Being a cheat is nothing to beproud of.
Een bedrieger zijn is niets om trots op te zijn.

I promise I won't cheat while you're gone.
Ik beloof dat ik je niet zal vals spelen terwijl je weg bent.

You're doing very well. Cheat.
Je doet het goed. Valsspeler.

Dogs lie, cheat, and steal.
Honden liegen, bedriegen en stelen.

Real whores cheat on their boyfriends and husbands!
Echte hoeren gaan vreemd op hun vriendjes!

Most of'em just cheat on ya.
De meesten belazeren je alleen.

Don't wanna cheat, just wanna flirt.
Niet vreemdgaan, gewoon flirten.

Don't put in the cheat code.
Voer de cheat code niet in.

Cheat and hope you don't get caught?
Valsspelen en niet betrapt worden?