I HAVE TO GO HOME in Dutch translation

• ik moet naar huis
• ik moet terug
• ik moet me thuis gaan

Examples of using I have to go home in English and their translations into Dutch

I have to go home?
Moet ik naar huis?

But I'm tired now, and I have to go home.
Nu moet ik naar huis.

After this drink, I have to go home.
Na dit drankje moet ik naar huis.

And I have to go home.
Nu moet ik naar huis.

Does this mean I have to go home?
Betekent dit dat ik naar huis moet?

I suddenly remember that I have to go home.
Bedenk ik opeens dat ik naar huis moet.

Until seven, then I have to go home.
Tot zeven uur, dan moet ik naar huis.

When it is evening I have to go home.
Als het avond is, moet ik naar huis.

I can't. I have to go home and check on my water heater.
Ik moet naar huis om mijn boiler te controleren.

I have to go home and tell my husband.
Ik moet naar huis gaan en mijn man inlichten.

I have to go home.
Lk moet naar huis.

I have to go home first.
Ik heb naar huis eerst.

I have to go home.
Ik moet naar huis gaan.

She said I have to go home.
Ze zei dat ik naar huis moest gaan.

I have to go home and then to work.
Ik moet naar huis gaan en dan naar mijn werk.

But I have to go home.
Maar ik moet naar huls.

I have to go home.
Ik moet naar huis te gaan.

Hmmm… now I have to go home and check!
Hmmm… Nu moet ik naar huis gaan en controleren!

I just… I have to go home, Rick.
Ik moet naar huis, Rick.

No, I have to go home.
Lk moet naar huis. Nee.