DAS WORT - vertaling in Nederlands

het woord
wort
sprechen
sagen
das reden
der ausdruck
de term
die bezeichnung
begriff
der terminus
ausdruck
wort
zeggen
sagen
erzählen
behaupten
nennen
reden
sprechen
erklären
mitteilen
verraten
feststellen
t woord
wort
sprechen
sagen
das reden
der ausdruck
zei
sagen
erzählen
behaupten
nennen
reden
sprechen
erklären
mitteilen
verraten
feststellen
het woordje
wort
sprechen
sagen
das reden
der ausdruck
zegt
sagen
erzählen
behaupten
nennen
reden
sprechen
erklären
mitteilen
verraten
feststellen
zeg
sagen
erzählen
behaupten
nennen
reden
sprechen
erklären
mitteilen
verraten
feststellen

Voorbeelden van het gebruik van Das wort in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Medicine category close
  • Ecclesiastic category close
  • Financial category close
  • Ecclesiastic category close
  • Computer category close
  • Official/political category close
  • Programming category close
Wir gebrauchen nicht das Wort"Nigger".
Wij zeggen geen'nikker'.
Ich bevorzuge das Wort kühn.
Ik zeg liever doortastend.
Kannst du jemanden anspucken. Wenn du das Wort aus dem Bauch heraus sagst.
Als je het vanuit je buik zegt, kun je op iemand spugen.
Er hasst das Wort.
Hij haat 't woord'familie'.
Denk dran, was Bass über das Wort"sollte" sagte.
Onthou wat Bass zei over"ik zou beter.
Jetzt wird allerdings noch das Wort"wettbewerbsorientiert" hinzugefügt.
Aan de woorden"duurzame ontwikkeling" wordt nu echter het woordje"concurrerende" toegevoegd.
Das Wort Einstiegsdroge bedeutet: 2.
De term gateway drug betekent: 2.
Das Wort für"schwarzer Mann ist fear dubh.
Het woord voor"zwarte man" is fear dubh.
Ich will nicht das Wort'Fehler…' benutzen Defizite, passt vielleicht?
Ik wil niet zeggen"foutjes"… tekortkomingen misschien?
Ich benutze nicht oft das Wort"delikat", Na, sieh mal an.
Ik zeg niet vaak'heerlijk', Kijk nou.
Das Wort danke reicht nicht aus, oder?
Bedankt' zegt het niet echt, hè?
Verleugnen Sie das Wort des Herrn?
Ontken je 't woord des Heren?
Hat jemand das Wort"schwarz" gesagt?
Zei er iemand'zwart'?
Dabei betont sie sehr stark das Wort„aller“.
Daarbij benadrukt zij heel sterk het woordje ‘alle.
Sie benutzte das Wort Blutsühne. Die Frau eines Verdächtigen….
Ze gebruikte de term'bloedverzoening'.- De vrouw van een van de verdachten.
Das Wort eines Angestellten gegen das eines Herzogs?
Het woord van een hertog?
Ich vertraue keinem, der das Wort"praktisch" benutzt.
Ik vertrouw geen mensen die…'praktisch' zeggen.
Ich bevorzuge das Wort kühn.
Ik zeg liever vrijpostig.
Ironie" ist nicht das Wort.
Ironie is niet 't woord dat ik zou gebruiken.
Wer benutzt noch das Wort"kuscheln"?
Wie zegt er zoiets als kroelen?
Uitslagen: 10129, Tijd: 0.0456

Woord voor woord vertaling

Top woordenboek queries

Duits - Nederlands