FRAGTEST - vertaling in Nederlands

• vroeg
• het vroeg

Voorbeelden van het gebruik van Fragtest in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands

Du fragtest nach der Nummer meiner Mom.
Je wilde het telefoonnummer van m'n ma.

Weil du fragtest.
Omdat je het vroeg.

Du fragtest, wie oft ich deinen Brief gelesen habe.
Je vroeg me hoe vaak ik je brief heb gelezen.

Danke, dass du fragtest. Du sturer alter Esel!
Bedankt dat je me hebt meegevraagd, eigenwijze oen!

Fragtest, wasich auf der Beerdigung suche.
Je vroeg wat ik op z'n begrafenis deed.

Du fragtest mal, wie's zu dem Foto-Hobby kam?
Weet je nog dat je vroeg hoe ik met fotograferen ben begonnen?

Du fragtest, wie mein Tag war.
Je kuste me en vroeg me hoe mijn dag was.

Ich dachte, du fragtest, was ich trinken will?
Ik dacht dat je zei:"Wat wil je drinken?

Du fragtest, warum ich dich heiratete.
Je vroeg me waarom ik het deed, met je trouwen.

Du fragtest gestern nach ihm?
Je vroeg gisteren toch naar hem?

Du fragtest nie, wie's mir geht.
Je vroeg me niet eens hoe het ging.

Du fragtest doch: Was ist das für ein Licht?
Je zei toch: wat is dat voor licht?

Du fragtest nie danach.
Je vroeg het nooit.

Doch. Du fragtest:"Was ist das?
Je zei'Wat is dat? Jawel?

Neulich fragtest du, wie das mit uns passiert ist.
Je vroeg me laatst hoe we elkaar vonden.

Dachte ich, das sei ein Scherz. Als du mich fragtest.
Toen je vroeg of ik later iets te doen had, dacht ik niet dat je het was vergeten.

Dachte ich, das sei ein Scherz. Als du mich fragtest.
Toen je vroeg of ik vanavond vrij was, dacht ik dat je 'n grapje maakte.

Und du fragtest, warum ich so sicher sein kann.
En je vroeg me, waarom ik daar zo zeker van was.

Du fragtest, ob du in meinen Träumen warst.
Je vroeg me of je in mijn dromen was.

Also fragtest du ihn:"Woher, Bosha?
Dus jij zei:'Hoe dan, Bosha?